De oncologische zorg is tijdens COVID-19 gelukkig zoveel mogelijk doorgegaan, vooral waar dat noodzakelijk was. Soms wel in aangepaste vorm of met extra maatregelen. Dat is nu ook nog nodig, al wordt alle zorg vanuit Amphia weer geleverd.
We merken wel dat het aantal diagnoses is verminderd door bijvoorbeeld het stopzetten van bevolkingsonderzoeken. Amphia kan alle noodzakelijke oncologische zorg nu leveren, dat wil zeggen operaties, chemotherapie en bestralingen. Die laatste vinden plaats bij het Verbeeten instituut. Ook de noodzakelijke oncologische diagnostiek kan gewoon doorgaan. Wel worden nog steeds minder urgente onderzoeken uitgesteld. Bijvoorbeeld controles bij patiënten die genezen zijn van kanker. Maar uiteraard alleen als dat mogelijk is en in goed overleg met de patiënt.
Waar mogelijk wordt het aantal bezoeken aan het ziekenhuis beperkt door bijvoorbeeld bel consulten te doen in plaats van controlebezoeken op de polikliniek of door behandelingen minder frequent, maar in hogere dosis te geven. Dit kan bijvoorbeeld veilig bij immunotherapie.
We vinden het heel jammer, maar we hebben een aantal maatregelen die wel te merken zijn. Momenteel mag er op de polikliniek bij oncologische consulten maximaal 1 begeleider mee. Deze beperking gold voorheen uiteraard niet. Bij behandelingen op het dagcentrum, voor chemotherapie of immunotherapie mag er momenteel geen begeleider mee tijdens de behandeling. Ook opgenomen patiënten merken de maatregelen. Zij mogen op dit moment per dag 1 bezoeker ontvangen.
Alle onderzoeken kunnen uitgevoerd worden. Er wordt wel meer dan voorheen bekeken wanneer dat onderzoek het beste plaats kan vinden. Hierbij wordt rekening gehouden of het onderzoek nu wel echt noodzakelijk is of dat het kan worden uitgesteld.
In de gangen van het ziekenhuis en in de wachtkamers wordt aandacht gevraagd voor 1,5 meter afstand. Je ziet stickers op de vloeren, posters en afzetting van stoelen. De medewerkers aan de balie zitten achter plexiglas. Ook moeten patiënten met Corona-achtige verschijnselen, zoals hoesten of niezen, zich voor binnenkomst in het ziekenhuis melden. Zij krijgen een mondkapje mee. Het kan voor oncologische patiënten toch noodzakelijk zijn hen te zien, ondanks dat zij corona-achtige klachten hebben.
Met name de weken in maart waren heftig. We zagen een enorm gevaar op ons afkomen en wisten niet wat de gevolgen zouden zijn.
De impact op ons was groot, maar zeker ook op onze patiënten. Ik heb veel gesprekken moeten voeren met angstige en bezorgde patiënten. Zo heb ik veel gesprekken gevoerd met patiënten over behandelbeperkingen, zoals niet meer naar de Intensive Care gaan.
Het aantal patiënten met kanker en een COVID-19 infectie is gelukkig meegevallen, zo ook besmetting van zorgverleners binnen onze eigen afdeling. Ik heb deze periode veel geleerd. Het was ondanks alles dikwijls motiverend en inspirerend om de steun uit de samenleving en Breda te ervaren en te zien dat professionals in een crisis enorm kunnen presteren.
Dat zal nog moeten blijken. De bel- en videoconsulten zullen wel blijven. Maar de vraag blijft: “Gaan we elkaar in de toekomst weer een hand geven bij binnenkomst in de spreekkamer?”. Dat zullen we af moeten wachten.
Foto: Jac Verhaeren