Jeroen herken je aan zijn bulderende lach en scherpe opvattingen. Hij staat op het punt om samen met zijn vriendin een half jaar te gaan reizen door Azië. Een reis waar hij enorm naar uit kijkt, want wat zijn vriendin niet weet is dat Jeroen haar ten huwelijk wil vragen als ze in Vietnam zijn.
Maar een week voor vertrek heeft Jeroen bloed bij zijn urine. Na een bezoek aan de huisarts zit hij dezelfde dag nog in het ziekenhuis, waar hij te horen krijgt dat hij blaaskanker heeft.
Gezien het hoge risicogehalte van de tumor moet Jeroen op kort termijn geopereerd worden. De reis moet dus uitgesteld worden. De operatie verloopt goed, maar valt Jeroen erg zwaar. Het feit dat de kanker hem heeft geraakt maakt hem onzeker en angstig. Bij een controle in het ziekenhuis verwijst de oncologische verpleegkundige hem door naar een coach. Jeroen grijpt dit advies met beide handen aan, want dit gevoel past niet bij hem.
Al snel is het duidelijk voor de coach dat Jeroen een sportief type is. Ze stelt dan ook voor om met Jeroen wekelijks in het park af te spreken. Ze gaan dan hardlopen, letterlijk stap voor stap, meter voor meter opbouwen. Het gaat om grenzen opzoeken, herkennen, doorzetten en accepteren. Met iedere kilometer die Jeroen loopt, groeit zijn zelfvertrouwen in zijn lijf en in zichzelf. Het plezier in sporten, doelen stellen en bereiken heeft zijn weerslag op zijn dagelijkse leven. Jeroen gaat weer werken, hij kijkt uit naar de toekomst en maakt zelfs weer plannen.