Iets wat zenuwachtig gaan mijn man en ik naar binnen bij de arts en op dat moment was alles nog ‘gewoon’. Veertig minuten later staan we buiten en heb ik de status van ‘patiënt’. Want ik ben ziek, ik heb kanker. En dat niet alleen, ons hele gezin is geraakt door kanker.
We kunnen er niet meer omheen, al beseffen we het zelf nog niet helemaal. Maar de kanker heeft, nog voordat we zelf thuis zijn, al zijn intrek in ons huis gedaan.
In een gezinssysteem heeft iedereen een plek. Dat kan zijn in de letterlijke betekenis van het woord, zoals een plek aan de eettafel, op de bank of in je eigen slaapkamer. Daarnaast heeft ieder gezinslid een plek in het gezin, je bent de oudste, de jongste, een broer of zus of een moeder of een vader.
En als iedereen bij thuiskomst zijn plek inneemt, is er zonder voorbereiding opeens een “gezinslid” bijgekomen; de kanker. Deze neemt ongevraagd en overal zijn plek in, volledig en alles omvattend. We krijgen geen ruimte om als gezin te overleggen of er überhaupt wel plek voor hem is aan de eettafel, nee we moeten inschikken. Hebben we wel tijd voor de kanker? Nee, we hebben geen keuze. We moeten er maar mee zien om te gaan.
Of…. Is het mogelijk om de kanker zelf “een plek” te geven in het gezinssysteem? Wat zou er gebeuren als je de angst, onmacht, boosheid en het verdriet bespreekbaar zou maken, zodat de kanker niet meer de regie heeft op het gezin. Als coach rondom kanker begeleiden wij onze cliënten om de regie op leven weer (terug) te pakken. Dit is confronterend, maar als we de kanker niet aan kijken en bespreekbaar maken, blijft hij ons in zijn greep houden. Hij bepaalt elke dag weer hoeveel pijn en verdriet we voelen, dat we moeten inschikken aan tafel en dat we niet meer durven genieten.
Dus geef de kanker een stoel aan je eettafel, geef hem een schop onder zijn kont als je er even klaar mee bent, maar durf er ook lief en zorgzaam voor te zijn, negeer hem en probeer af en toe ook eens naar hem te luisteren. De kanker zal je confronteren met je zorgen, je angsten, je mooie kanten, je verdriet en je valkuilen. Maar ook wat nu ‘echt’ belangrijk is in het leven. Voor jezelf, maar zeker ook voor je gezin.